ECLI:NL:HR:2007:BA7184
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en verzuimboete door fout van bank
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen voor het tijdvak van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001, waarbij een bedrag van ƒ 121.740 is opgelegd, alsmede een boete van ƒ 1217. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking zijn door de Inspecteur gehandhaafd na bezwaar. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat de omstandigheden waaronder de inhoudingsplichtige, in dit geval de belanghebbende, de betaling van de belasting aan een bank had opgedragen, niet automatisch leiden tot afwezigheid van alle schuld. De Hoge Raad benadrukte dat een inhoudingsplichtige kan aanvoeren dat hij alle redelijke zorg heeft betracht om de betaling tijdig te laten plaatsvinden. Het Hof had dit miskend, waardoor de zaak opnieuw moet worden behandeld door het Gerechtshof te Arnhem.
De Hoge Raad heeft tevens bepaald dat de Staat het griffierecht van € 414 aan belanghebbende moet vergoeden en dat de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van het geding in cassatie moet worden veroordeeld, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De zaak wordt terugverwezen voor verder onderzoek naar de zorg die belanghebbende heeft betracht in het kader van de betaling van de belasting.