ECLI:NL:HR:2007:BA7628
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en geschil tussen automobilist en waarborgfonds
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een automobilist, aangeduid als [eiser], en het Waarborgfonds Motorverkeer over de aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door een ongeval op 10 augustus 1997. De eiser heeft het Waarborgfonds gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam met de vordering om te verklaren voor recht dat het fonds hem dient te vergoeden voor de geleden schade, die nader opgemaakt moet worden bij staat en vereffend volgens de wet, inclusief rente en kosten. De rechtbank heeft op 25 augustus 2004 de vordering van de eiser afgewezen, waarna de eiser in hoger beroep ging bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 2 maart 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat leidde tot het cassatieberoep van de eiser.
De Hoge Raad heeft op 19 oktober 2007 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van het Waarborgfonds op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit behoeft volgens artikel 81 RO geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.