ECLI:NL:HR:2007:BA8575
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van de Hoge Raad met betrekking tot een kennelijke misslag in de uitspraakdatum
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juli 2007 een herstelarrest gewezen naar aanleiding van een herzieningsaanvraag. De aanvrager had bezwaar gemaakt tegen een kennelijke verschrijving in het eerdere arrest van 15 mei 2007, waarin de uitspraakdatum van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam onjuist was vermeld. De Hoge Raad had in dat arrest de aanvrage niet-ontvankelijk verklaard wat betreft het vonnis van 7 april 2002, terwijl de juiste datum 7 februari 2002 had moeten zijn. Deze vergissing leidde tot verwarring over de uitvoerbaarheid van de beslissing van de Hoge Raad, aangezien er geen vonnis van de Politierechter op de onjuiste datum bekend was. De Hoge Raad oordeelde dat de misslag gecorrigeerd moest worden om nadelige gevolgen voor de aanvrager te voorkomen.
De aanvrager, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouwe mr. S.M. Milani, had ook gewezen op een andere vergissing op het voorblad van het arrest, waar de datum van 15 mei 2008 in plaats van 15 mei 2007 was vermeld. De Hoge Raad concludeerde dat deze vergissing evident was en geen misverstand kon veroorzaken. Daarom werd deze datum ook gecorrigeerd.
De Hoge Raad handhaafde zijn eerdere beslissing van 15 mei 2007, maar verbeterde de misslagen in het dictum. De stukken van het geding ter behandeling van het hoger beroep werden naar de griffier van het Gerechtshof te Amsterdam gestuurd. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.