ECLI:NL:HR:2008:AZ1780
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over pensioenregeling en AOW-compensatie voor DGA
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden. De zaak betreft de vraag of een door belanghebbende, een directeur-grootaandeelhouder (DGA), voorgestelde pensioenregeling kan worden aangemerkt als een pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. De Rechtbank had eerder geoordeeld dat de regeling wel degelijk als zodanig kon worden aangemerkt, wat door de Staatssecretaris werd bestreden in cassatie.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de AOW-compensatie in het Tijdelijk Overbruggingspensioen (TOP) kan worden gesteld op het volledige bedrag van de AOW-uitkering. Dit oordeel is gebaseerd op de interpretatie van artikel 10c van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, dat stelt dat de AOW-uitkering waarmee in het overbruggingspensioen rekening wordt gehouden, dezelfde moet zijn als die bij de opbouw van het ouderdomspensioen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de regeling voldoet aan de eisen die in de wet zijn gesteld en dat de AOW-compensatie niet lager of hoger mag zijn dan de feitelijk in het ouderdomspensioen ingebouwde AOW-uitkering.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van pensioenregelingen en de toepassing van AOW-compensatie in situaties van eigen beheer.