ECLI:NL:HR:2008:BC0258

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/076HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheidingsprocedure en alimentatiegeschil tussen voormalige echtelieden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de in de echtscheidingsprocedure vastgestelde partner- en kinderalimentatie. De vrouw heeft op 17 augustus 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Haarlem om de echtscheiding tussen partijen uit te spreken, met nevenvoorzieningen. De man heeft hierop een verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, ingediend. De rechtbank heeft op 7 maart 2006 de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige dochter van € 450,-- per maand moet betalen, evenals een uitkering tot levensonderhoud van € 1.210,-- per maand.

De man heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 11 januari 2007 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierna heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de beschikking is openbaar uitgesproken op 15 februari 2008.

Uitspraak

15 februari 2008
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/076HR
MK/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai,
thans mr. M.E.M.G. Peletier,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 17 augustus 2005 ter griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen verzoekschrift heeft de vrouw zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, echtscheiding tussen partijen uit te spreken, met nevenvoorzieningen.
De man heeft een verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, ingediend.
De rechtbank heeft bij beschikking van 7 maart 2006, voorzover in cassatie van belang, echtscheiding tussen partijen uitgesproken, bepaald dat de man aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de uit het huwelijk tussen partijen geboren minderjarige [dochter] zal betalen een bedrag van € 450,-- per maand en bepaald dat de man aan de vrouw een uitkering tot haar levensonderhoud zal betalen van € 1.210,-- per maand.
Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij beschikking van 11 januari 2007 heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 15 februari 2008.