3.3.3 Hetgeen het hof in zijn arrest heeft geoordeeld en beslist, kan - voorzover in cassatie van belang - als volgt worden samengevat en verkort weergegeven.
(a) Het (vermeend) ontbreken van maatregelen in een conclusie is, anders dan door Houttuin c.s. is aangevoerd, niet een in art. 75 ROW 1995 genoemde vernietigingsgrond, zodat hun grief IV tegen de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de gestelde onvolledigheid/onduidelijkheid niet tot vernietiging van het vonnis kan leiden. (rov. 7)
(b) Van de door Houttuin c.s. met betrekking tot de stand van de techniek aangehaalde documenten, waaronder een in 1982 door Houttuin voor de firma Navigazione Montanari gebouwde pomp van het type 236.60 ten behoeve van het verpompen van een mengsel van aardolieproducten uit een olietanker waarbij tijdens het "strippen" een mengsel van olie, gas en lucht wordt verpompt (verder: de Montanari-pomp), is slechts de Britse octrooiaanvrage GB 2.227.057 als referentie in het octrooi vermeld, zodat aannemelijk is dat de resterende door Houttuin c.s. aangegeven stand van de techniek door het Europees Octrooibureau tijdens de verleningsprocedure niet in de beoordeling is betrokken. (rov. 8)
(c) Op zichzelf is juist dat bij de beoordeling van de nieuwheid van de inrichtingsconclusie 6 van het octrooi die gericht is op een multifase-schroefspilpomp, dus een schroefpomp voor het verpompen van een multifase-mengsel, de vermelding van de toepassing van de pompen uit de 236.60 serie, in het bijzonder de Montanari-pomp, - zoals Houttuin c.s. aanvoeren - conclusie 6 geen nieuwheid kan verschaffen volgens de Guidelines (juni 2005), part. C, chapter III, par. 4.8 maar op deze hoofdregel geldt de volgende uitzondering:
"Apparatus for (...)", "Method for (...)", etc.
If a claim commences with such words as: "Apparatus for carrying out the process etc. (...)" this must be construed as meaning merely apparatus suitable for carrying out the process. Apparatus which otherwise possesses all of the features specified in the claims, but which would be unsuitable for the stated purpose, or would require modification to enable it to be so used, should normally not be considered as anticipating the claim." (rov. 9)
(d) Op grond van wat [verweerster] - onweersproken - heeft gesteld (rov. 10-11) is het hof van oordeel dat de gemiddelde vakman de door Houttuin c.s. genoemde schroefspilpompen van het type 236.60, waaronder de Montanari-pomp, die gedurende vrijwel de gehele bedrijfstijd bij een relatief lage druk vloeistof verpompen - slechts op het einde wordt nog kort "gestript" - zal beschouwen als vloeistofpompen, en niet rekenen tot de categorie van multifase-pompen die gedurende de gehele bedrijfstijd een, in samenstelling voortdurend wisselend multifase-mengsel verpompen bij een relatief hoge druk. Met andere woorden, er bestaat bij een pomp van het type 236.60 gedurende nagenoeg de gehele bedrijfstijd, waarin uitsluitend olie wordt verpompt, geen probleem met de spleetafdichting in tegenstelling tot bij een multifase-pomp waarin dat probleem tijdens de gehele bedrijfstijd voortdurend en onvoorspelbaar kan optreden. (rov. 12)
(e) Het zal de gemiddelde vakman op grond van dit wezenlijke verschil direct duidelijk zijn dat de bekende vloeistof-schroefspilpompen niet (constructief ongewijzigd) kunnen worden ingezet voor het verpompen van multifase-mengsels, zoals die in de olie- en gaswinningsindustrie moeten worden verpompt. (rov. 12, slot)
(f) Dit wordt bevestigd doordat Houttuin c.s. zelf, hoewel deskundig op het vakgebied van schroefspilpompen, kennelijk niet het inzicht hadden de pompen van het type 236.60, die dateren van 1978 en volgens hen ten minste 30 minuten kunnen "drooglopen", voor de prioriteitsdatum van het octrooi (in ongewijzigde constructieve vorm) als multifase-schroefspil-pompen op de markt te brengen hoewel daaraan in de olie- en gaswinningsindustrie een grote behoefte bestond. (rov. 13)
(g) Dit oordeel wordt voorts bevestigd in de, door [verweerster] aangehaalde, publicaties van [A] die concludeert dat de bestaande vloeistof-schroefspilpompen, ook die waarvan bekend is dat ze kunnen "drooglopen", constructief moeten worden aangepast om inzetbaar te zijn voor het verpompen van de multifase-mengsels in de oliewinningsindustrie, waaruit volgt dat deze vakman, bij uitstek deskundig op het gebied van schroefspilpompen, een wezenlijk onderscheid ziet tussen zulke pompen voor het verpompen van multifase-stromen en die voor het verpompen van vloeistoffen. (rov. 13)
(h) De conventionele schroefspilpompen van het type 236.60, waaronder de Montanari-pomp, zijn niet geschikt voor het - in het octrooi van [verweerster] - gestelde doel en niet nieuwheidsschadelijk voor de in conclusie 6 geoctrooieerde multifase-pomp, maar mogen niet vallen onder de daarin geclaimde uitsluitende rechten, zodat ter verschaffing van nieuwheid een zuiver formele afbakening voldoende is. (rov. 14)
(i) De multifase-schroefspilpomp is volgens conclusie 6 ten opzichte van elk der genoemde conventionele vloeistofschroefspilpompen nieuw. (rov. 15-17)
(j) Zoals de PCT Examiner, zal de vakman die conclusies 1 en 6 van het octrooi leest in het licht van de beschrijving en de tekeningen, begrijpen dat deze conclusies zijn afgebakend van één publicatie over een (werkwijze met een) multifase-schroefspilpomp met alle in deze conclusies vermelde kenmerken, waarbij het hem direct duidelijk is dat die publicatie de - hiervoor onder (b) vermelde - Britse octrooiaanvrage is, ook wel aangeduid met "D0". (rov. 18-19)
(k) Blijkens conclusie 1 van het octrooi is als nieuwe maatregel aan dit bekende toegevoegd, dat "uit de op deze wijze afgescheiden vloeistoffase een deel van de vloeistof volumestroom (vloeistofcirculatie) wordt afgenomen, gedoseerd in de aanzuigzone terug wordt geleid en op deze wijze in circulatie wordt gehouden en dat de overtollige vloeistofvolumestroom in de zone van de drukstomp weer met de daarvoor afgescheiden gasfase wordt samengevoegd", waarbij gezien de beschrijving van het octrooi slechts in die gevallen waarin onvoldoende vloeistof in het te verpompen multifase-mengsel aanwezig is, de vloeistofcirculatie wordt bij- of ingeschakeld. Vindt geen recirculatie van vloeistof plaats, dan omvat de werkwijze volgens conclusie 1 niet meer dan de werkwijze voor het bedrijven van de bekende pomp volgens D0. Het hof acht conclusie 1 daarom niet nieuw. (rov. 20)
(l) Het hof deelt het oordeel van [verweerster] dat de - hiervoor onder (g) genoemde - [A]-documenten in wezen de enige relevante documenten zijn van voor de prioriteitsdatum. [A] is als uitvinder op D0 vermeld zodat tussen die documenten een nauw verband bestaat. Gezien zijn, openbaar toegankelijke, publicatie in het tijdschrift "Offshore" (november 1990) is het reeds een bekende handelwijze om bij multifase-pompen uit de stroom die uit de transportschroeven treedt vloeistof af te scheiden en de afgescheiden vloeistof naar de zuigzijde van de pomp te recirculeren in een voor de permanente spleetafdichting noodzakelijke hoeveelheid - voor de betreffende MP40-pomp 1.2% - teneinde voedingen met 100% gas ("droogloop") te verpompen. De werkwijze volgens conclusie 1 biedt niet meer dan dit bekende toegepast op de pompwerkwijze volgens D0. Nu overname van een bekende maatregel bij de beoogde werkwijze ter verkrijging van een overeenkomstig effect van die maatregel binnen het directe bereik van de gemiddelde vakman ligt, mist de werkwijze volgens conclusie 1 inventiviteit. Ook de afhankelijke conclusies 2-5 voegen, gezien deze stand van de techniek, aan conclusie 1 geen bijzondere maatregelen toe, zodat grieven V-VII van Houttuin c.s. in zoverre slagen en conclusies 1-5 zullen worden vernietigd. (rov. 21-23)
(m) Het essentiële van het octrooi is naar het oordeel van het hof gelegen in de combinatie van constructieve elementen van de multifase-schroefspilpomp volgens conclusie 6, welke pomp door aanwezigheid van leiding (14), als constructie, nieuw is ten opzichte van D0 - ook als daardoor geen vloeistof wordt gerecirculeerd - en nieuw is ten opzichte van de multifase-pomp volgens het artikel in "Offshore". (rov. 24)
(n) De vraag of de pomp volgens conclusie 6 inventief is, beantwoordt het hof bevestigend. [Verweerster] komt de verdienste toe een eenvoudig uitgevoerde multifasepomp te hebben geconstrueerd voor het uitvoeren van de tot de stand van de techniek behorende werkwijze volgens conclusie 1. Met de inrichting volgens het octrooi is het mogelijk om het uit het artikel in "Offshore" bekende principe met het beoogde effect ("droogloop" gedurende langere tijd) uit te voeren. (rov. 25-27)
(o) Het hof komt na een uitleg van conclusie 6 in het licht van de beschrijving en de tekeningen (rov. 29-32) tot de slotsom dat van letterlijke inbreuk op het octrooi door Houttuin c.s. geen sprake is maar oordeelt vervolgens dat het bevochtigen door de (in de zuigruimte van de pomp aanwezige) vloeistof langs de asafdichtingen te leiden geheel equivalent is aan bevochtigen door de vloeistof door de asafdichtingen te voeren, zodat bij deze uitleg van conclusie 6 sprake is van inbreuk nu met in wezen dezelfde middelen op in wezen dezelfde wijze in wezen hetzelfde resultaat wordt bereikt. (rov. 28-33)
(p) Het hof volgt Houttuin c.s. niet in hun verweer dat met deze constructie van hun pomp slechts een niet inventieve variant van de stand van de techniek wordt toegepast, welke variant D0 in combinatie met algemene vakkennis omvat, en dat deze variant dan ook buiten de beschermingsomvang van het octrooi dient te vallen. Het hof komt tot de slotsom dat Houttuin c.s. niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun pomp als een voor de hand liggende variant van de stand van de techniek dient te worden beschouwd. (rov. 34-35)
(q) Het gaat in conclusie 6 om een inrichting voorzien van een kortsluitleiding, zodat het mogelijk is bij meer ongunstige samenstellingen van de voeding vloeistof te recirculeren. Nu zo'n kortsluitleiding ook aanwezig is bij de pomp van Houttuin c.s. en niet kan worden gezegd dat daarin het boven aangegeven vereiste niet wordt toegepast, is sprake van directe inbreuk op het octrooi van [verweerster]. (rov. 36-37)
(r) Nu conclusie 1 wordt vernietigd, kan van (in)directe inbreuk op die conclusie geen sprake zijn, zodat grief IX tegen het oordeel van de rechtbank dat Houttuin c.s. indirect inbreuk hebben gepleegd, terecht is voorgedragen (rov. 38)
(s) Het hof acht het door de rechtbank uitgesproken inbreukverbod op zijn plaats en de daarbij toegewezen nevenvoorzieningen adequaat om [verweerster] in staat te stellen op de hoogte te komen van de reikwijdte van de inbreuk en schadeplichtigheid, verdere inbreuk te voorkomen alsmede ter controle op de naleving van het verbod en de recall. (rov. 39)
(t) Anders dan de incidentele grief VI van [verweerster] klaagt, strekt het door de rechtbank uitgesproken inbreukverbod zich niet mede uit tot het "op enigerlei wijze betrokken zijn bij" directe inbreuk op het octrooi, nu [verweerster] ook thans niet heeft aangegeven welke onrechtmatig geachte gedragingen van Houttuin c.s. daaronder worden verstaan. (rov. 43)
(u) Er is geen hoofdelijke aansprakelijkheid van Houttuin c.s. voor de te betalen schadevergoeding en winstafdracht, omdat het gaat om afdracht van de door ieder van beiden afzonderlijk gemaakte winst c.q. de betaling van de door ieder van beiden afzonderlijk veroorzaakte schade en de omstandigheid dat Rosscor wellicht inbreukmakende pompen van Houttuin heeft afgenomen onvoldoende is onderbouwd om te concluderen tot onrechtmatig handelen leidende tot een schadevergoedingsplicht, zodat incidentele grief VII van [verweerster] faalt en de door haar gevorderde vaststelling van hoofdelijke aansprakelijkheid wordt afgewezen. (rov. 44 en 46, slot)