ECLI:NL:HR:2008:BC2731
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van gezagsbeslissing na echtscheiding en voorwaarden voor gezamenlijk gezag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende het gezamenlijk gezag over een kind na echtscheiding. De man had in 2004 verzocht om gezamenlijk gezag over hun kind, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen. De zaak werd vervolgens naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch verwezen, waar het hof op 25 januari 2007 de beschikking van de rechtbank vernietigde en het gezamenlijk gezag toekende aan beide ouders. De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van het hof niet in lijn was met de vereisten van artikel 1:253o BW, dat stelt dat een wijziging van gezag alleen kan plaatsvinden indien er sprake is van gewijzigde omstandigheden of onjuiste gegevens. De Hoge Raad benadrukte dat voor het voortduren van gezamenlijk gezag na echtscheiding, de ouders in staat moeten zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over hun kind, zodat het kind niet klem of verloren raakt tussen de ouders. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Deze uitspraak onderstreept het belang van het kind in gezagskwesties en de noodzaak voor ouders om in staat te zijn tot een goede samenwerking in de opvoeding na een scheiding. De Hoge Raad bevestigde dat de voorwaarden voor gezamenlijk gezag strikt moeten worden nageleefd, om te waarborgen dat de belangen van het kind voorop staan.