ECLI:NL:HR:2008:BC3278

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/243HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • O. de Savornin Lohman
  • P.C. Kop
  • E.J. Numann
  • J.C. van Oven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en verhaal van ziektekosten door jachtwerf na ongeval werknemer

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Jachtwerf De Nieuwe Haven en de onderlinge waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid U.A. over de aansprakelijkheid voor ziektekosten die zijn gemaakt na een ongeval waarbij een werknemer arbeidsongeschikt raakte. Zorg en Zekerheid heeft Jachtwerf gedagvaard en gevorderd dat Jachtwerf gebonden is aan de erkenning van aansprakelijkheid door Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (NN) voor de door Zorg en Zekerheid uitgekeerde schade. De vordering bedroeg € 267.445,25, vermeerderd met rente en kosten.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 29 oktober 2003 de vorderingen van Zorg en Zekerheid afgewezen. Hierop heeft Zorg en Zekerheid hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Na een tussenarrest op 15 maart 2006 heeft het hof op 31 mei 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van Zorg en Zekerheid alsnog toegewezen. Jachtwerf heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze arresten van het hof.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 februari 2008 het cassatieberoep verworpen. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Jachtwerf is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Zorg en Zekerheid zijn begroot op € 5.905,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

1 februari 2008
Eerste Kamer
Nr. C06/243HR
MK/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. De vennootschap onder firma JACHTWERF DE NIEUWE HAVEN,
gevestigd te Woubrugge, gemeente Jacobswoude,
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Eiseres 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaten: mrs. R.S. Meijer en B.T.M. van der Wiel,
t e g e n
De onderlinge waarborgmaatschappij ZORGVERZEKERAAR ZORG EN ZEKERHEID U.A.,
gevestigd te Leiden,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E. van Staden ten Brink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Jachtwerf en Zorg en Zekerheid.
1. Het geding in feitelijke instanties
Zorg en Zekerheid heeft bij exploot van 29 oktober 2002 Jachtwerf gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage en gevorderd, kort gezegd, te verklaren voor recht dat Jachtwerf gebonden is aan de erkenning van aansprakelijkheid door Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) voor de door Zorg en Zekerheid uitgekeerde schade en Jachtwerf te veroordelen om aan Zorg en Zekerheid te betalen een bedrag van € 267.445,25, vermeerderd met rente en kosten.
Jachtwerf heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 29 oktober 2003 de vorderingen afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Zorg en Zekerheid hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Na een tussenarrest van 15 maart 2006 heeft het hof bij eindarrest van 31 mei 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vordering van Zorg en Zekerheid alsnog toegewezen.
Het tussenarrest en het eindarrest van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen deze arresten van het hof heeft Jachtwerf beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Zorg en Zekerheid heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Jachtwerf c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Zorg en Zekerheid begroot op € 5.905,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 1 februari 2008.