ECLI:NL:HR:2008:BD0427
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Indeling van tariefposten in het belastingrecht met betrekking tot producten verkregen door stremmen van melk
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 april 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de indeling van bepaalde producten in de gecombineerde nomenclatuur, specifiek de postonderverdelingen 0406 20 90 en 0406 10 20, die betrekking hebben op producten verkregen door het stremmen van melk. De Hoge Raad heeft eerder aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen vragen gesteld over de juiste indeling van deze producten. Het Hof van Justitie heeft op 18 juli 2007 in de zaak Op- en Overslagbedrijf Van der Vaart B.V. (C-402/06) geoordeeld dat de producten in kwestie, die meer dan 50% vocht bevatten en minder dan 1% vet, onder de genoemde postonderverdelingen kunnen worden ingedeeld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat het Gerechtshof onterecht had vastgesteld dat het product niet voor indeling onder de door de Inspecteur toegepaste postonderverdeling 0406 20 90 in aanmerking kwam. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. De belanghebbende had haar beroep in cassatie ingetrokken, maar de Hoge Raad heeft het incidentele beroep van de Staatssecretaris gegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, C.B. Bavinck en J.A.C.A. Overgaauw, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2008.