ECLI:NL:HR:2008:BD1069
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en forfaitair rendement na overlijden erflater
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de erfgenamen van A, die in 2002 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen hebben ontvangen. De Inspecteur handhaafde deze aanslag na bezwaar, waarop het Hof het beroep ongegrond verklaarde. De erfgenamen, die slechts gedurende één week gerechtigd waren tot het verkregene, stelden dat de berekening van het forfaitair rendement over het vererfde vermogen niet correct was. De Hoge Raad oordeelt dat de Inspecteur de berekening op juiste wijze heeft uitgevoerd, conform artikel 5.3, lid 5, van de Wet IB 2001. De Hoge Raad concludeert dat er geen verboden discriminatie is en dat de handelwijze van de Inspecteur juist is. Het beroep in cassatie wordt ongegrond verklaard, en de Hoge Raad ziet geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 9 mei 2008.