ECLI:NL:HR:2008:BD2408
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en matiging van loonvordering in het arbeidsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2008 uitspraak gedaan over de ontbinding van een arbeidsovereenkomst en de matiging van een loonvordering. De eiser, werkzaam als allround adviseur bij Fianed Nederland B.V., had een loonvordering ingesteld na het niet ontvangen van salaris vanaf 1 september 2002. De arbeidsovereenkomst was in geschil, waarbij de eiser stelde dat deze niet rechtsgeldig was beëindigd. De kantonrechter had in eerste instantie de vorderingen van de eiser afgewezen, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had in hoger beroep de werkgever veroordeeld tot betaling van een deel van het salaris van de eiser. De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de rechter op basis van artikel 7:680a BW een matigingsbevoegdheid had in dit geval, aangezien de loonvordering niet samenhing met de vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd Fianed veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de eiser waren begroot op € 3.052,03.