ECLI:NL:HR:2008:BD6028
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsrecht en het indemniteitsbeginsel in relatie tot verzwijging door aandeelhouders
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, staat het verzekeringsrecht centraal, met name het indemniteitsbeginsel en de verzwijging van relevante informatie door aandeelhouders. Eiseres Brampton Limited, gevestigd in Anguilla, heeft Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam, waarbij zij een bedrag van US$ 1.100.923,-- vorderde op basis van een verzekeringsovereenkomst. De rechtbank heeft de vordering op 18 december 2002 afgewezen, waarna Brampton in hoger beroep ging bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof bekrachtigde op 14 december 2006 het vonnis van de rechtbank, wat leidde tot het cassatieberoep van Brampton.
De Hoge Raad heeft op 12 september 2008 uitspraak gedaan in deze zaak. De advocaat-generaal J. Spier had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft Brampton in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Allianz op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann, en de zaak is behandeld door een collegiaal orgaan van de Hoge Raad, onder leiding van vice-president J.B. Fleers.