ECLI:NL:HR:2008:BF1946

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/111HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Hammerstein
  • O. de Savornin Lohman
  • W.D.H. Asser
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en ontruiming van bedrijfsruimte in kort geding met verbeurde contractuele boetes

In deze zaak heeft eiser [Eiser] op 27 april 2006 [Verweerder 1] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton, met het verzoek tot ontruiming van de door [Verweerder 1] gehuurde bedrijfsruimte aan de [a-straat 1] te [plaats]. Tevens vorderde [Eiser] betaling van € 10.000,-- aan verbeurde contractuele boetes, die waren opgelopen sinds 20 maart 2006. [Verweerder 1] heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd om De Lantaerne als huurster in zijn plaats te stellen, of subsidiair om [Eiser] te veroordelen tot gedogen van de exploitatie van De Lantaerne in de bedrijfsruimte.

De kantonrechter heeft op 22 mei 2006 de vordering van [Eiser] toegewezen, maar het meer of anders gevorderde afgewezen. [Verweerder 1] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. In een tussenarrest van 14 september 2006 heeft het hof De Lantaerne als tussenkomende partij toegelaten. Bij eindarrest van 15 februari 2007 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd voor zover het de ontruiming betrof en de vordering van [Eiser] afgewezen, terwijl het vonnis voor het overige werd bekrachtigd.

Tegen dit eindarrest heeft [Eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [Eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [Verweerder 1] zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van De Lantaerne B.V. de kosten op nihil zijn begroot. De uitspraak vond plaats op 14 november 2008.

Uitspraak

14 november 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/111HR
RM/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen,
2. HOTEL DE LANTAERNE LEIDSEKADE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser], [verweerder 1] en De Lantaerne.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 27 april 2006 [verweerder 1] in kort geding gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton en gevorderd, kort gezegd, [verweerder 1] te veroordelen tot ontruiming van de door hem gehuurde bedrijfsruimte aan de [a-straat 1] te [plaats] en [verweerder 1] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.000,-- aan verbeurde contractuele boetes sedert 20 maart 2006.
[Verweerder 1] heeft de vordering bestreden en, in reconventie, gevorderd, kort gezegd, hem te machtigen om De Lantaerne in zijn plaats te stellen als huurster, en subsidiair [eiser] te veroordelen te gedogen dat de Lantaerne haar horecabedrijf exploiteert in de bedrijfsruimte aan de [a-straat 1].
De kantonrechter heeft bij vonnis van 22 mei 2006 de vordering van [eiser] toegewezen en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verweerder 1] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Bij tussenarrest van 14 september 2006 heeft het hof De Lantaerne als tussenkomende partij toegelaten.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij eindarrest van 15 februari 2007 het vonnis waarvan beroep vernietigd voor zover daarbij de vordering van [eiser] tot ontruiming van het gehuurde is toegewezen. In zoverre opnieuw rechtdoende heeft het hof de vordering van [eiser] alsnog afgewezen en het vonnis waarvan beroep voor het overige bekrachtigd.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder 1] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Tegen De Lantaerne is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] en [verweerder 1] toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder 1] begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van De Lantaerne B.V. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 14 november 2008.