5.3.1. Uit de stukken van het dossier waarover de Hoge Raad de beschikking heeft, kan ten aanzien van het bewijs van de tenlastegelegde feiten - zakelijk weergegeven - het volgende worden afgeleid.
(i) Aangeefster [getuige 1] heeft het volgende verklaard. Op 7 november 2005 omstreeks 17.00 uur parkeerde zij de zwarte personenauto BMW 320i met kenteken [AA-00-BB], eigendom van [betrokkene 1], op de Wilhelmina Druckerstraat te Amsterdam. Op 8 november 2005 omstreeks 08.15 uur bleek dat de auto door onbekende(n) was weggenomen.
(Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde pagina's 29-31).
(ii) Aangeefster [getuige 2], beheerder van het bedrijf [A], gevestigd aan de [a-straat 1] te [plaats], heeft het volgende verklaard. Op 7 november 2005 omstreeks 22.00 uur hoorde zij een auto voor het pand van het bedrijf stoppen. Zij zag een auto voor het pand staan, waarvandaan vier personen liepen. Zij heeft vervolgens gezien dat drie personen bij een kantoorraam stonden en zij hoorde tegelijkertijd een geluid als van breken van hout/glas. Zij heeft de politie gebeld en tijdens het gesprek met de politie reed de auto naar de hoek van de Schimminck. Even later zag ze twee of drie mannen achter de auto aanlopen. Deze auto was donker van kleur. Het was geen stationwagen, het was een redelijk grote auto, een chic model. Ze reden weg zonder verlichting. Een raam aan de voorzijde van het pand is opengebroken en twee kantoorruimtes en de receptieruimte zijn doorzocht.
(Proces-verbaal van aangifte en proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina's 19-24).
(iii) De verbalisanten [verbalisant 1 en 2] hebben het volgende gerelateerd. Op 7 november 2005 omstreeks 22.00 uur kregen zij een melding binnen dat er op dat moment werd ingebroken bij het bedrijf [A], gevestigd aan de [a-straat 1] te [plaats]. Na het horen van deze melding zijn zij direct over de A2 richting Zaltbommel gereden. Bovenaan de afslag zagen zij een auto vanaf het van Voordenpark komen aanrijden. Inmiddels hadden zij van de meldkamer vernomen dat bij die inbraak een auto was weggereden met daarin vier personen. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat in de personenauto, een zwarte BMW voorzien van kenteken [AA-00-BB], vier personen zaten. De verbalisanten zagen dat deze auto de oprit naar de A2 opreed in de richting van Utrecht. Hierop gaven zij de BMW een stopteken, waaraan door de bestuurder gevolg werd gegeven. Vervolgens benaderden zij de auto, waarop verbalisant [verbalisant 1] aan de passagierszijde de bestuurder aansprak en verbalisant [verbalisant 2] de overige inzittenden observeerde. Verbalisant [verbalisant 1] vroeg aan de bestuurder of alleen hij wilde uitstappen. Hij zag dat de bestuurder een negroide man was van ongeveer 20 à 25 jaar oud. Hij zag dat de passagier een man was met een Marokkaans uiterlijk. Beide verbalisanten zagen dat de twee personen op de achterbank een Marokkaans uiterlijk hadden. Vervolgens zagen en hoorden zij dat de BMW gas gaf en weer de autosnelweg opreed. Hierop renden zij naar hun dienstvoertuig en zetten met optische en geluidssignalen de achtervolging in. Zij zagen dat de BMW op een gegeven moment een woonwijk van Leerdam inreed, aldaar stopte en dat de vier inzittenden uitstapten en ieder een kant op renden. Zij zijn samen achter één verdachte aangegaan. Na een achtervolging te voet werd [betrokkene 2] omstreeks 22.26 uur aangehouden. Bij een veiligheidsfouillering werd bij hem onder meer een kniptang en een schroevendraaier aangetroffen. De BMW is inbeslaggenomen. In de auto bevond zich onder meer een breekijzer.
(Proces-verbaal, doorgenummerde pagina's 6, 13-15 en 72-77).
(iv) De verbalisanten die betrokken zijn geweest bij de aanhouding van de aanvrager hebben het volgende gerelateerd. Op 7 november 2005 hadden collega's na een achtervolging te Leerdam een van de verdachten van een inbraak aangehouden. Toen de verbalisanten vervolgens op de plaats van die aanhouding waren gekomen, vertelde een omstander dat een persoon op het dak van een schuurtje was geklommen en zich daar nog steeds schuil hield. Zij zijn op het dak van het schuurtje geklommen en hebben aldaar omstreeks 22.37 uur de aanvrager aangehouden
(Proces-verbaal van aanhouding, doorgenummerde pagina's 45-47).
(v) Uit door speurhondgeleider [verbalisant 3], brigadier van de politie, werkzaam bij de technische recherche van de regiopolitie Twente, op 16 november 2005 verrichte geuridentificatieproeven bleek onder meer dat speurhond Rex een geurovereenkomst waarnam tussen de geurmonsters van de achterbank van de BMW en het in die auto aangetroffen breekijzer en de geurdragers die waren vastgehouden door de aanvrager.