5.2. De Politierechter heeft volstaan met een "Aantekening mondeling vonnis". Voorts bevindt zich bij de aan de Hoge Raad ter beschikking staande stukken geen proces-verbaal van de terechtzitting van de Politierechter. Uit de stukken van het dossier waarover de Hoge Raad de beschikking heeft, kan ten aanzien van het bewijs van het tenlastegelegde - zakelijk weergegeven - het volgende worden afgeleid.
(i) Tussen 15 augustus 2002 te 17.45 uur en 16 augustus 2002 te 07.30 uur is een inbraak gepleegd in kapsalon "[A]" aan de [a-straat 1] te Ommen, waarbij de aluminium toegangsdeuren zijn opengebroken. Bij de inbraak zijn een wandkluis en een geldbedrag van 70 euro weggenomen. (Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde pagina's 18-21).
(ii) De verbalisanten hebben het volgende gerelateerd. Op 16 augustus 2002 omstreeks 00.30 uur zagen zij op de Julianastraat te Ommen twee mannen lopen komende vanuit de richting van het Vrijthof. Eén van de mannen droeg een wit t-shirt, blauwe broek en was brildragend. De andere man droeg een t-shirt met daarin een groene kleur. Even verderop in deze straat werden zij aangesproken door de hun bekende [getuige 1], die vertelde dat hij even daarvoor twee manspersonen voor zijn winkel aan het Vrijthof te Ommen langs had zien rennen. Aangezien hij dit verdacht vond, was hij erachteraan gelopen. Ter hoogte van makelaarskantoor De Schakel aan de Vrijthof had hij gezien dat de mannen iets weggooiden. Bij onderzoek ter plaatse troffen de verbalisanten in de bosjes naast het makelaarskantoor een sporttas aan met daarin een kluis. Vervolgens hebben zij in de omgeving gezocht naar de mannen. Op een gegeven moment zagen zij dat de getuige [getuige 1] op ongeveer tien meter afstand van een man liep. Dit was één van de mannen die de verbalisanten eerder die avond op de Julianastraat te Ommen tegemoet was komen lopen. Hierna hebben zij deze man, de aanvrager, aangehouden. Na de aanhouding vertelde de vrouw van de getuige [getuige 1] dat bij Taxibedrijf Steen aan de Julianastraat te Ommen een rugtas was aangetroffen. Daar ter plaatse gekomen, stond een medewerker van dit bedrijf, [getuige 2], die de verbalisanten vertelde dat hij enkele minuten vóór hun komst twee manspersonen vanuit de fietsenstalling op het erf van het taxibedrijf had zien rennen. In de rugtas werd aangetroffen: een schroevendraaier, een engelse sleutel, een punttang en een zaklantaarn. (Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina's 25-26).
(iii) De getuige [getuige 1], wonende [b-straat 1] te Ommen, heeft verklaard dat hij op 16 augustus 2002 omstreeks 00.30 uur een man met een tas over zijn schouder hard langs heeft zien lopen in de richting van de Julianastraat te Ommen. Deze man droeg een donker shirt en had donker haar. Vlak achter deze man liep nog een man. Die man droeg een wit shirt en had donker haar en droeg een rugtas op zijn rug. Hij is direct de straat opgelopen om te kijken waar deze twee mannen bleven. Die mannen liepen toen bij het makelaarskantoor. De man met het donkere shirt had geen schoudertas meer bij zich. Eén van de mannen riep: "[naam], kom aan deze kant lopen". Vervolgens heeft hij de ter plaatse gekomen politie verteld wat hij had gezien. Op weg naar zijn huis zag hij de man met het witte shirt weer lopen. Hij is hem achterna gegaan totdat zijn vrouw de politie had aangesproken. De man die door de politie is aangehouden, is dezelfde man die hij even tevoren had zien lopen met de man met het donkere shirt, die de schoudertas had gedragen. (Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina's 48-49).
(iv) De getuige [getuige 2], wonende aan de [c-straat 1], heeft verklaard dat hij op 16 augustus 2002 omstreeks 00.45 uur zijn woning binnenkwam en even daarna twee mannen vanuit het centrum van Ommen de [c-straat] al rennend zag oversteken. Zij renden naar het fietsenhok naast [B], gevestigd aan de [c-straat 2]. Bij het fietsenhok heeft hij een groene rugtas zien liggen. Eén van de mannen droeg een licht shirt en een licht gekleurde broek en die andere man droeg donkere kleding. (Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina's 50-51).
(v) De aanvrager heeft verklaard dat zijn roepnaam "[naam]" is, met welke naam hij door zijn vrienden wordt aangesproken. (Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina's 55-56).
(vi) Uit een door speurhondengeleider [verbalisant 1], werkzaam bij de technische recherche van de regiopolitie Twente, op 19 augustus 2002 verrichte geuridentificatieproef bleek onder meer dat speurhond Rex een geurovereenkomst waarnam tussen het geurmonster van de aangetroffen sporttas en de geurdragers welke waren vastgehouden door de aanvrager. (Proces-verbaal van geuridentificatieproef, doorgenummerde pagina's 28-31).