ECLI:NL:HR:2009:BC9538
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onjuist gebruik van het groene kanaal bij invoer van goederen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, die op 16 juni 2003 vanuit Zwitserland op de luchthaven Schiphol arriveerde. In zijn handbagage bevond zich een tekening van de kunstenaar L, die hij op 25 januari 2002 in de Verenigde Staten had gekocht. Bij het betreden van de groene doorgang, die bedoeld is voor reizigers die niets te declareren hebben, werd hij aangesproken door een douaneambtenaar. Deze vroeg of hij iets had aan te geven, waarop belanghebbende ontkennend antwoordde. De douaneambtenaar doorzocht zijn bagage en vond het kunstwerk. De Nederlandse douane was vooraf geïnformeerd door de Zwitserse autoriteiten over de invoer van het kunstwerk.
De Inspecteur stelde dat belanghebbende omzetbelasting verschuldigd was voor de invoer van het kunstwerk en stelde een uitnodiging tot betaling op. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna hij in cassatie ging. De Hoge Raad beoordeelde de middelen van belanghebbende, waarbij het eerste middel betoogde dat het betreden van de groene doorgang niet als onregelmatige invoer kon worden aangemerkt zonder dat de reiziger de doorgang volledig had doorlopen. De Hoge Raad verwierp dit middel, oordelend dat de douaneaangifte al vereist is op het moment dat de groene doorgang wordt betreden.
Het tweede middel, dat ook niet tot cassatie leidde, werd niet verder gemotiveerd omdat het geen rechtsvragen opwierp die relevant waren voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen waren voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 10 april 2009 door de raadsheren P. Lourens, E.N. Punt en J.A.C.A. Overgaauw, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Cichowski.