ECLI:NL:HR:2009:BG1874
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Ruilverkaveling en bezwaren tegen geldelijke regelingen in natuur- en grondwaterbeschermingsgebieden
In deze zaak heeft [eiser] als reclamant in de ruilverkaveling "Marshoek-Hoonhorst" op 13 december 2005 vijf bezwaren ingediend tegen de lijst der geldelijke regelingen. De bezwaren werden op 22 februari en 26 juni 2006 behandeld door de Landinrichtingscommissie, maar leidden niet tot overeenstemming. De rechter-commissaris heeft op 18 september 2006 de bezwaren behandeld, maar ook hier was er geen overeenstemming, waarna de zaak naar de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd verwezen. De rechtbank verklaarde op 18 april 2007 de bezwaren ongegrond. Tegen dit vonnis heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Landinrichtingscommissie concludeerde tot verwerping van het beroep. De zaak werd toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de Landinrichtingscommissie ook werd bijgestaan door R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper adviseerde tot vernietiging van het vonnis van de rechtbank en verwijzing naar het hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van de rechtbank onjuist was, met name met betrekking tot de waardevermindering van de gronden van [eiser] die aan het grondwaterbeschermingsgebied grenzen. De Hoge Raad stelde dat de waardevermindering die voortvloeit uit de ruilverkaveling niet genegeerd mag worden en dat de lijst der geldelijke regelingen hierop moet worden aangepast. De overige klachten van [eiser] behoefden geen verdere behandeling. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. Tevens werd de Landinrichtingscommissie veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die op dat moment waren begroot op € 465,50 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.