3.2 [Verweerster] vordert in dit geding een verklaring voor recht dat Isala aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het werken bij Isala op een werkplek waar werd gerookt, zulks met veroordeling van Isala tot vergoeding van haar schade, op te maken bij staat. Aan haar vordering heeft [verweerster] ten grondslag gelegd dat Isala de op haar rustende zorgplicht van art. 7:658 BW heeft geschonden. Isala heeft [betrokkene 1] en [betrokkene 2] niet opgedragen het roken te stoppen en heeft daarnaast nagelaten zodanige maatregelen te treffen dat [verweerster] geen hinder meer ondervond van het roken door [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Isala heeft in strijd gehandeld met art. 3 lid 1 onder a Arbeidsomstandighedenwet 1998 en de Tabakswet. Haar schade is veroorzaakt door het roken van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] waardoor haar astmaklachten zijn toegenomen. Dit heeft geleid tot volledige arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank heeft de vordering toegewezen.
In hoger beroep heeft het hof dr. J.M. Rooyackers, als longarts verbonden aan het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoening, benoemd tot deskundige teneinde duidelijkheid te verkrijgen over de vragen (kort gezegd) in hoeverre het aannemelijk is dat [verweerster], gelet op haar medische voorgeschiedenis, gezondheidsklachten heeft gekregen althans dat haar gezondheidsklachten zijn verergerd en zij volledig arbeidsongeschikt is geraakt doordat zij tijdens haar werkzaamheden is blootgesteld aan sigarettenrook, en in hoeverre die verergering van de gezondheidsklachten en die volledige arbeidsongeschiktheid kunnen zijn veroorzaakt door andere factoren, uitgaande van een aantal nader genoemde omstandigheden.
Nadat de deskundige zijn rapport had uitgebracht, heeft het hof bij tussenarrest van 26 september 2006 - voor zover in cassatie van belang - het volgende overwogen.
(i) De deskundige heeft op verschillende plaatsen in het rapport vermeld dat niet steeds ten tijde van toegenomen klachten longfunctieonderzoek heeft plaatsgevonden, zodat de klachten niet altijd worden bevestigd door objectief meetbare gegevens. Het hof acht deze omstandigheid onvoldoende grond om voorbij te gaan aan de door de deskundige in zijn rapport vermelde conclusie dat de gezondheidsklachten bij [verweerster] zijn verergerd doordat zij tijdens haar werkzaamheden is blootgesteld aan sigarettenrook, en dat de kans hierop kan worden geschat op 80-100%. De deskundige heeft immers in zijn rapport ook vermeld dat astma een chronische aandoening is met een wisselend beloop, en dat men daarvan, ook als de klachten verdwijnen en de longfunctie normaliseert, niet kan genezen. (rov. 2.6)
(ii) De kans dat, ook zonder blootstelling aan rook, uiteindelijk en binnen een ander tijdsbestek een verergering van gezondheidsklachten zou zijn ontstaan als gevolg van de externe factoren die de deskundige in zijn antwoord op vraag 14 heeft vermeld, wordt door de deskundige eveneens op 80-100% geschat. Met Isala is ook het hof van oordeel dat, gelet op de medische voorgeschiedenis van [verweerster], de kans dat de blootstelling aan sigarettenrook op de werkplek tot verergering van de gezondheidsklachten van [verweerster] heeft geleid even groot is als de kans dat andere (niet aan Isala te relateren) factoren de verergering van de klachten van [verweerster] kunnen verklaren. (rov. 2.7 - 2.9)
(iii) Isala is op grond van art. 7:658 BW voor 50% aansprakelijk voor de door [verweerster] geleden en te lijden schade, tenzij Isala aantoont dat zij de in lid 1 van die bepaling bedoelde zorgplicht is nagekomen. Isala wordt toegelaten tot de bewijslevering dienaangaande.
(rov. 2.12)
In zijn eindarrest van 4 september 2007 heeft het hof geoordeeld dat Isala het bewijs niet heeft geleverd. Het hof heeft, met vernietiging van het vonnis van de rechtbank, voor recht verklaard dat Isala voor 50% aansprakelijk is voor de schade die [verweerster] heeft geleden, lijdt en zal lijden ten gevolge van het feit dat zij bij Isala heeft gewerkt op een werkplek waar werd gerookt, en Isala veroordeeld aan [verweerster] deze schade, nader op te maken bij staat, te vergoeden.