ECLI:NL:HR:2009:BH1991
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest in cassatie betreffende terugbetaling van onverschuldigd betaald bedrag en hoofdelijkheid
In deze zaak heeft [eiser] op 30 juni 2005 [verweerder], [B] B.V. en [C] B.V. gedagvaard voor de rechtbank Arnhem. Hij vorderde onder andere te verklaren dat een bedrag van ƒ 135.000,-- onverschuldigd is betaald en dat de overeenkomst inzake participatie is ontbonden. De rechtbank heeft de vorderingen op 28 december 2005 afgewezen. [Eiser] ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 8 mei 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigde en [B] B.V. veroordeelde tot betaling van het bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. [Eiser] stelde cassatie in tegen het arrest van het hof voor zover het ging om de afwijzing van zijn vorderingen tegen [verweerder]. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de vordering tegen [verweerder] was afgewezen, met name in het licht van de stelling dat [verweerder] onrechtmatig had gehandeld. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof voor zover gewezen tussen [eiser] en [verweerder] en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.