ECLI:NL:HR:2009:BI0471

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01740
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst tussen particulier en gemeente met betrekking tot bouwgrond en de gevolgen daarvan

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een particulier, aangeduid als [eiser], en de Gemeente Steenwijkerland over een koopovereenkomst betreffende een perceel bouwgrond. De Gemeente heeft [eiser] gedagvaard om medewerking te verlenen aan de ongedaanmaking van de eigendomsoverdracht van het perceel, dat vrij van bebouwing en hypothecaire rechten diende te worden teruggeleverd. De Gemeente vorderde daarnaast contractuele boetes en schadevergoeding. De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft op 17 mei 2006 de koopovereenkomst ontbonden en [eiser] veroordeeld tot medewerking aan de ongedaanmaking van de eigendomsoverdracht. [Eiser] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 27 november 2007 het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk heeft vernietigd, maar de ontbinding van de koopovereenkomst heeft bevestigd.

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren van de Hoge Raad en openbaar uitgesproken op 9 oktober 2009. De zaak betreft belangrijke juridische principes met betrekking tot overeenkomstenrecht en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Uitspraak

9 oktober 2009
Eerste Kamer
08/01740
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
DE GEMEENTE STEENWIJKERLAND,
zetelende te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E. Gelpke.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
De Gemeente heeft bij exploot van 6 juli 2005 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Zwolle-Lelystad te Zwolle en gevorderd, kort gezegd, medewerking door [eiser] aan ongedaanmaking van de eigendomsoverdracht en teruglevering van het perceel aan de Gemeente en wel vrij van bebouwing en hypothecaire rechten en beslagen. Daarnaast heeft de Gemeente contractuele boetes en vergoeding van haar overige schade gevorderd, op te maken bij staat.
[Eiser] heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 17 mei 2006 voor recht verklaard dat de koopovereenkomst tussen de Gemeente en [eiser] per 17 juni 2005 is ontbonden en [eiser] veroordeeld tot medewerking van de ongedaanmaking van de eigendomsoverdracht binnen twee weken na de betekening van het vonnis, de geleverde onroerende zaak ontruimd althans vrij van bebouwing c.q. bouwwerken en andere persoonlijke of zakelijke rechten of beperkingen dan die vermeld in de transportakte van 28 maart 2003, derhalve ook vrij van hypotheekrechten en beslagen, terug te leveren aan de Gemeente, bij gebreke waarvan door de rechtbank met toepassing van art. 3:300 BW machtiging wordt verleend om het vonnis in de plaats te doen stellen van de benodigde wilsverklaring en medewerking van [eiser] in notariële akte, een en ander met veroordeling van [eiser] tot betaling van de contractuele boetes.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 27 november 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het de toewijzing van de contractuele dagboete betreft en de vordering van de Gemeente tot betaling van de dagboete afgewezen en het vonnis voor het overige bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 16 april 2009 op die conclusie gereageerd.
Op 14 augustus 2009 heeft de Advocaat-Generaal een nadere conclusie genomen. De nadere conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 28 augustus 2009 op de nadere conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren O. de Savornin Lohman, als voorzitter, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 9 oktober 2009.