ECLI:NL:HR:2009:BI1134

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/10598
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en geldlening met ambtshalve aanvulling rechtsgronden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en DE LAGE LANDEN FINANCIAL SERVICES B.V. (DLL). De zaak begon met een vordering van DLL tegen [eiser] voor een bedrag van € 195.934,69, die door de rechtbank Utrecht werd afgewezen. DLL ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 15 maart 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigde en [eiser] veroordeelde tot betaling van € 163.587,74. Tegen deze uitspraak heeft [eiser] cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde middelen geen nadere motivering behoefden, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 4.981,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept het belang van de rechtsgronden in het huurrecht en de geldlening. Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling in het civiele recht, met name in zaken die betrekking hebben op de ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.

Uitspraak

19 juni 2009
Eerste Kamer
07/10598
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.Th.R.F. Carli,
t e g e n
DE LAGE LANDEN FINANCIAL SERVICES B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en DLL.
1. Het geding in feitelijke instanties
DLL heeft bij exploot van 14 februari 2003 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Utrecht en gevorderd, kort gezegd, [eiser] te veroordelen om aan DLL te betalen een bedrag van € 195.934,69, met rente en kosten.
[eiser] heeft de vordering bestreden en, in voorwaardelijke reconventie, tegenvorderingen ingesteld.
De rechtbank heeft, na een comparitie van partijen te hebben gehouden, bij vonnis van 2 juni 2004 de vorderingen in conventie afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft DLL hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam en, bij pleitnota tevens akte tot wijziging van eis, gevorderd dat de rechtbank [eiser] zal veroordelen tot betaling aan DLL van een bedrag van € 167.172,22. [eiser] heeft voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 15 maart 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en, opnieuw rechtdoende, [eiser] veroordeeld om aan DLL te voldoen een bedrag van € 163.587,74.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
DLL heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van DLL begroot op € 4.981,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 19 juni 2009.