ECLI:NL:HR:2009:BI8514

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/236HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over eiswijziging en bewijswaardering in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep van eiseres 1 en eiseres 2 tegen een eerdere beslissing van de rechtbank. De zaak betreft een vervolg op een arrest van de Hoge Raad van 14 maart 2008, waarin eiseres 2 was toegelaten zich te voegen aan de zijde van eiseres 1. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de procesgang en de eerdere beslissingen in de zaak in overweging genomen. De advocaat van eiseres 1 en eiseres 2 heeft de zaak nader toegelicht, waarbij de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van eiseres 1 in haar beroep tegen de beslissing van 27 december 2005, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige. De Hoge Raad heeft het beroep van eiseres 1 en eiseres 2 verworpen en hen in de kosten van het incident in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van verweerder op nihil zijn begroot. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Deze uitspraak is gedaan op 11 september 2009 en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

11 september 2009
Eerste Kamer
Nr. C06/236HR
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
2. [Eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
als gevoegde partij,
advocaat: mr. B.D.W. Martens,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres 1], [eiseres 2] en [verweerder].
1. Het verloop van het geding
Voor het verloop van het geding in voorgaande instanties verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest in de incidentele vordering van 14 maart 2008.
Bij dat arrest heeft de Hoge Raad [eiseres 2] toegelaten zich te voegen aan de zijde van [eiseres 1].
Het arrest van de Hoge Raad is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding na incidentele vordering
De zaak is voor [eiseres 1] en [eiseres 2] nader toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres 1] in haar beroep voor zover gericht tegen de bestreden beslissing van 27 december 2005, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres 1] en [eiseres 2] in de kosten van het incident in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil;
veroordeelt [eiseres 1] en [eiseres 2] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 11 september 2009.