ECLI:NL:HR:2009:BJ8635

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13414 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen beschikking tot opheffing van voorlopige hechtenis

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin werd beslist op een hoger beroep tegen de opheffing van een bevel tot voorlopige hechtenis. De verdachte, geboren in 1980 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Tilburg', heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt. De advocaat heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan de beschikking is gehecht.

De Hoge Raad heeft op 17 november 2009 uitspraak gedaan. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, verwijzend naar artikel 445 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel bepaalt dat beroep in cassatie tegen beschikkingen alleen openstaat in de gevallen die in het wetboek zijn bepaald. Aangezien er geen bepaling is die het mogelijk maakt om cassatie in te stellen tegen een beschikking die beslist op een hoger beroep tegen de opheffing van een bevel tot voorlopige hechtenis, kan de verdachte niet in het beroep worden ontvangen.

De Hoge Raad heeft de verdachte dan ook niet-ontvankelijk verklaard in het beroep, waarmee de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft. Deze beschikking is gegeven in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

17 november 2009
Strafkamer
nr. 07/13414 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 november 2007, nummer AVNR 001346/07, betreffende hoger beroep tegen een beschikking tot opheffing van een bevel tot voorlopige hechtenis, in de zaak van:
[verdachte] ,geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Tilburg" te Tilburg.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke tegen een beschikking waarbij wordt beslist op een hoger beroep tegen een beschikking tot opheffing van een bevel tot voorlopige hechtenis beroep in cassatie openstaat, kan verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 november 2009.