ECLI:NL:HR:2009:BJ9718

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04077
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • D.G. van Vliet
  • C.B. Bavinck
  • J.A.C.A. Overgaauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verfijnde fosfaatheffing en de verbindendheid van uitvoeringsregelingen onder de Meststoffenwet

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van Maatschap X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de verfijnde fosfaatheffing voor het jaar 1998. De naheffingsaanslag was opgelegd door de Inspecteur van het Bureau heffingen, thans bekend als de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag ambtshalve verminderd. Het Hof heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een bedrag van ƒ 79.792 (€ 36.208). De Hoge Raad interpreteert deze uitspraak als een handhaving van de aanslag na de ambtshalve vermindering.

Tegen de uitspraak van het Hof heeft de belanghebbende cassatie ingesteld, waarbij verschillende klachten zijn aangevoerd. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. J.T.A.M. van Mierlo en de Minister door mr. A.L. Kruijmer.

De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 9 oktober 2009 door de vice-president D.G. van Vliet, samen met de raadsheren C.B. Bavinck en J.A.C.A. Overgaauw, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.

Uitspraak

nr. 08/04077
9 oktober 2009
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van Maatschap X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 6 augustus 2008, nr. 03/02015, betreffende een naheffingsaanslag in de verfijnde fosfaatheffing.
1. Het geding in feitelijke instantie
Aan belanghebbende is over het jaar 1998 een naheffingsaanslag in de verfijnde fosfaatheffing opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur van het Bureau heffingen (thans: Dienst Regelingen) van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de Inspecteur) is gehandhaafd.
Bij ambtshalve gegeven beschikking van de Inspecteur is nadien de aanslag verminderd.
Het Hof heeft het tegen de uitspraak van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag ten bedrage van ƒ 79.792 (€ 36.208), hetgeen de Hoge Raad aldus verstaat dat het Hof de aanslag heeft gehandhaafd zoals die na de ambtshalve verleende vermindering was komen te luiden.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben de zaak doen toelichten, belanghebbende door mr. J.T.A.M. van Mierlo, advocaat te Deventer, de Minister door mr. A.L. Kruijmer, advocaat te 's-Gravenhage.
3. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren C.B. Bavinck en J.A.C.A. Overgaauw, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2009.