ECLI:NL:HR:2010:BK3071

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02039
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en bestuurdersaansprakelijkheid

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Management & Control Holding B.V. (MCH) en een verweerder, die niet is verschenen. MCH had eerder [verweerder] en [A] B.V. gedagvaard voor de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarbij zij vorderde dat beide partijen hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 192.919,--, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank heeft op 2 februari 2005 [A] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 175.268,52, en daarnaast een bedrag van € 7.471,49, met rente en kosten. MCH ging in hoger beroep tegen dit vonnis bij het gerechtshof te Arnhem.

Het hof heeft na een tussenarrest op 4 juli 2006 op 22 januari 2008 het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het [verweerder] betreft, en opnieuw rechtdoende, [verweerder] en [A] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 7.471,49 en een gedeelte van € 34.539,-- van het bedrag dat [A] was veroordeeld. MCH heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen zowel het tussen- als het eindarrest van het hof, waarbij de cassatiedagvaarding aan het arrest is gehecht.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en MCH in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van [verweerder] op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uitspraak

8 januari 2010
Eerste Kamer
08/02039
EE/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
MANAGEMENT & CONTROL HOLDING B.V.,
gevestigd te Nunspeet,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als MCH en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
MCH heeft bij exploot van 30 oktober 2003, voor zover in cassatie van belang, [verweerder] en [A] B.V. (hierna: [A]) gedagvaard voor de rechtbank Zwolle-Lelystad en gevorderd, kort gezegd, [A] en [verweerder] hoofdelijk te veroordelen aan MCH te betalen een bedrag van € 192.919,-- met rente en kosten.
[A] en [verweerder] hebben de vorderingen bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 2 februari 2005 [A] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 175.268,52, alsmede een bedrag van € 10.178,99, met rente en kosten. Voorts heeft de rechtbank [A] en [verweerder] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 7.471,49 met rente en kosten.
Tegen dit vonnis heeft MCH hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Na een tussenarrest van 4 juli 2006 heeft het hof bij eindarrest van 22 januari 2008 het vonnis van de rechtbank vernietigd, voorzover tegen [verweerder] als gedaagde gewezen, en, opnieuw rechtdoende, [verweerder] en [A] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het bedrag
- van € 7.471,49, met rente, en
- een gedeelte, groot € 34.539,-- van het bedrag van € 175.268,51 waarin [A] verwezen is.
Het hof heeft voorts MCH haar overige vorderingen tegen [verweerder] ontzegd en het bestreden vonnis voor het overige bekrachtigd.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen zowel het tussen- als het eindarrest van het hof, voorzover tussen haar en [verweerder] gewezen, heeft MCH beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor MCH toegelicht door haar advocaat en mr. L. van den Eshof, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Management & Control Holding B.V. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 januari 2010.