ECLI:NL:HR:2010:BK9099

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00786 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie inzake kinderporno en vordering OvJ ex art. 552f Sv

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 2 januari 2008, met nummer RK 1223/05. De klager, geboren in 1948, heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat van de klager, mr. A.E.M. Röttgering, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking, maar alleen voor zover het Hof het verzoek van de klager tot teruggave heeft afgewezen. De zaak zou moeten worden terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam of een ander hof voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.

De Hoge Raad heeft op 7 december 2010 uitspraak gedaan. De middelen die door de klager zijn ingediend, kunnen niet tot cassatie leiden. Dit is in lijn met het arrest van de Hoge Raad in een samenhangende zaak, gepubliceerd onder LJN BO6446. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de klager. De beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos en M.A. Loth, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

7 december 2010
Strafkamer
nr. 08/00786 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 januari 2008, nummer RK 1223/05, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1948, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. A.E.M. Röttgering, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking, doch alleen voor zover het Hof het verzoek van klager tot teruggave heeft afgewezen en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam of een ander hof teneinde op het bestaande klaagschrift opnieuw te worden behandeld en afgedaan.
1.2. De raadsvrouwe heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gelet op HR 7 december 2010, nr. 08/00787 B, LJN BO6446 en gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos en M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2010.