ECLI:NL:HR:2010:BK9099
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake kinderporno en vordering OvJ ex art. 552f Sv
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 2 januari 2008, met nummer RK 1223/05. De klager, geboren in 1948, heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat van de klager, mr. A.E.M. Röttgering, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking, maar alleen voor zover het Hof het verzoek van de klager tot teruggave heeft afgewezen. De zaak zou moeten worden terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam of een ander hof voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.
De Hoge Raad heeft op 7 december 2010 uitspraak gedaan. De middelen die door de klager zijn ingediend, kunnen niet tot cassatie leiden. Dit is in lijn met het arrest van de Hoge Raad in een samenhangende zaak, gepubliceerd onder LJN BO6446. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de klager. De beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos en M.A. Loth, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.