ECLI:NL:HR:2010:BL0589
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep inzake ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat is ingesteld door de vader van een minderjarige, tegen een beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Het verzoekschrift van Bureau Jeugdzorg, ingediend op 29 oktober 2008, had als doel de termijn van de ondertoezichtstelling van de zoon te verlengen tot 30 december 2009. De rechtbank heeft op 22 december 2008 de ondertoezichtstelling met één jaar verlengd. De vader heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat hem op 8 juli 2009 niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep. De vader heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 19 maart 2010 geoordeeld dat de geldigheidsduur van de verlenging van de ondertoezichtstelling op 30 december 2009 is verstreken. Hierdoor heeft de vader geen belang meer bij zijn cassatieberoep, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van zijn beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was reeds in deze richting, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de vader in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de vader dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, waarmee de eerdere beslissingen van de rechtbank en het hof in stand blijven.