ECLI:NL:HR:2010:BL3591
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake inkomstenbelasting en ongebruikelijke terbeschikkingstelling binnen familieverband
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X2 tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 april 2009, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De Inspecteur had een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna de Inspecteur hoger beroep instelde bij het Hof. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur ongegrond. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de middelen van belanghebbende verworpen op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van dezelfde datum in een andere zaak (09/02120). De Hoge Raad oordeelde dat de terbeschikkingstelling van een pand binnen familieverband in dit geval maatschappelijk ongebruikelijk was, zoals bedoeld in artikel 3.92, lid 3 van de Wet IB2001. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, C.B. Bavinck, A.R. Leemreis en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2010.