ECLI:NL:HR:2010:BL9128

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02637 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in Antilliaanse strafzaak betreffende verzet en procesgang

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 4 juni 2009, met nummer H 57/09. De verdachte, geboren in 1972, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. G. Spong, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 11 mei 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het middel van de verdachte niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet inhoudt dat en waarom de verdachte door de handelswijze van het Hof in enig belang is getroffen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

11 mei 2010
Strafkamer
nr. 09/02637 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 4 juni 2009, nummer H 57/09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, wonende op [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof het bestreden vonnis in strijd met art. 433, eerste lid, SvNA mede heeft gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg waar de zaak bij verstek is behandeld.
2.2. Voor de procesgang verwijst de Hoge Raad naar de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.
2.3. Het middel kan niet tot cassatie leiden, reeds omdat het niet inhoudt dat en waarom de verdachte door 's Hofs handelwijze in enig belang is getroffen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 11 mei 2010.