ECLI:NL:HR:2010:BM0892
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Opzegging distributieovereenkomst en de redelijkheid en billijkheid
In deze zaak gaat het om de opzegging van een distributieovereenkomst tussen de eiseres, Kinderwelt, en de verweerster, Dorel Netherlands. Kinderwelt, een eenmanszaak naar Zwitsers recht, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch en een arrest van het hof. De kern van de zaak betreft de vraag of de opzegging van de distributieovereenkomst in overeenstemming was met de redelijkheid en billijkheid, zoals geregeld in de overeenkomst zelf.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal, J. Wuisman, gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep van Kinderwelt verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Dorel zijn begroot op € 6.052,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2010, door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.