ECLI:NL:HR:2010:BM4489
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 mei 2010 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De aanvrager, geboren in 1968 en wonende te [woonplaats], had eerder een veroordeling gekregen voor overtredingen van artikel 9, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het Gerechtshof had de aanvrager in hoger beroep veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren, met een subsidiaire straf van twintig dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee maanden.
De aanvrage tot herziening werd ingediend naar aanleiding van een eerdere beslissing van de Hoge Raad op 16 juni 2009, waarin een eerdere herzieningsaanvraag niet-ontvankelijk was verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de nieuwe aanvrage steunt op gronden die reeds door de Hoge Raad ongenoegzaam zijn geoordeeld. Hierdoor kon de aanvrage wederom niet worden ontvangen.
De Hoge Raad heeft in deze uitspraak bevestigd dat de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk is verklaard, en dit arrest is gewezen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber.