ECLI:NL:HR:2010:BM9091

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00772
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over niet-ontvankelijkheid wegens niet indienen van grieven bij procureur

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], niet-ontvankelijk zijn verklaard. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vond in een huurrechtelijke kwestie, waarbij de eisers in cassatie niet bij hun procureur grieven hadden ingediend, zoals vereist volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, maar De Alliantie, de verweerder in cassatie, is niet verschenen. De advocaat van de eisers heeft de zaak toegelicht en gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van De Alliantie op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

17 september 2010
Eerste Kamer
09/00772
DV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
STICHTING DE ALLIANTIE,
gevestigd te Huizen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en De Alliantie.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met het rolnummer CV 05-26753 van de kantonrechter te Amsterdam van 2 oktober 2007,
b. het arrest in de zaak 200.001.651/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 7 oktober 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen De Alliantie is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft op 2 juli 2010 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Alliantie begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 17 september 2010.