ECLI:NL:HR:2010:BN1422
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beroepsfout advocaat en causale verbanden in verbintenissenrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 09/04153. De zaak betreft een geschil in het verbintenissenrecht, waarbij de vraag centraal staat of er sprake is van een beroepsfout van de advocaat en of er een causaal verband bestaat tussen deze fout en de schade die de eiser stelt te hebben geleden. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Garretsen, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 17 maart 2009 uitspraak deed in de onderliggende zaak. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die aan deze procedure ten grondslag liggen. De advocaat-generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij zich beroept op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.