ECLI:NL:HR:2010:BN5616

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02943
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om voorlopige machtiging tot opname en verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. De zaak betreft een betrokkene die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Leeuwarden, waarin op 21 mei 2010 een beslissing is genomen over de voorlopige machtiging. De betrokkene, vertegenwoordigd door advocaten mr. J.P. Heering en I.E. Reimert, heeft het cassatierekest ingediend, dat aan de beschikking van de Hoge Raad is gehecht. De officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden, als verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank Leeuwarden in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, waarbij de andere rechters A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk betrokken waren.

Uitspraak

1 oktober 2010
Eerste Kamer
10/02943
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaten: mr. J.P. Heering en I.E. Reimert,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT LEEUWARDEN,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 104112/BZ RK 10-173 van de rechtbank Leeuwarden van 21 mei 2010.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 1 oktober 2010.