ECLI:NL:HR:2010:BO0184
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Geschil over gebruik van de echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalig echtelieden over het gebruik van de echtelijke woning na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De man, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de vrouw heeft op 22 oktober 2010 schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 3 december 2010 de beschikking gegeven en het beroep verworpen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.