ECLI:NL:HR:2011:BN9972
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid assurantiekantoor voor fraude hypotheekadviseur en schijn van volmachtverlening
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een assurantiekantoor voor de fraude gepleegd door een hypotheekadviseur. De eiser, die door de hypotheekadviseur werd geadviseerd, heeft een bedrag van € 40.000,-- overgemaakt naar een bankrekening die toebehoorde aan de hypotheekadviseur in privé, onder de veronderstelling dat dit bedrag in depot zou worden gehouden. De hypotheekadviseur is later strafrechtelijk veroordeeld voor oplichting. De eiser vorderde schadevergoeding van zowel de hypotheekadviseur als het assurantiekantoor, omdat zij ervan uitging dat de hypotheekadviseur namens het assurantiekantoor handelde. De Hoge Raad oordeelt dat de aansprakelijkheid van het assurantiekantoor kan ontstaan, ook al was de hypotheekadviseur niet bevoegd om het assurantiekantoor te vertegenwoordigen, mits de eiser redelijkerwijs mocht aannemen dat de hypotheekadviseur daartoe wel bevoegd was. Dit oordeel is gebaseerd op de omstandigheden waaronder de eiser in contact kwam met de hypotheekadviseur en de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid die hierdoor is ontstaan. De Hoge Raad bevestigt dat de gedraging van de vertegenwoordiger moet zijn verricht ter uitoefening van de bevoegdheden die hem als zodanig toekomen, maar dat in dit geval de omstandigheden rechtvaardigen dat de eiser erop mocht vertrouwen dat de hypotheekadviseur bevoegd was. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de beslissing van het hof, waarbij het assurantiekantoor aansprakelijk wordt gehouden voor de schade die de eiser heeft geleden.