Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 januari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 25 maart 2010, waarin de Centrale Raad had geoordeeld over een besluit van 15 januari 2009. Dit besluit betrof de toekenning van een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). De Hoge Raad heeft het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de appellant. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep blijft daarmee in stand. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de ontvankelijkheid van het cassatieberoep aan strikte voorwaarden is gebonden, en dat in dit geval niet aan die voorwaarden was voldaan. Hierdoor is de rechtsgang voor de appellant afgesloten zonder dat er een inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft plaatsgevonden.