Hoge Raad
Op 4 februari 2011 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X te Z niet-ontvankelijk verklaard. Dit beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 11 maart 2010 had geoordeeld over de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak benadrukt dat de procedurele vereisten voor het indienen van een cassatieberoep niet zijn nageleefd, waardoor het beroep niet ontvankelijk kon worden verklaard. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft en dat de naheffingsaanslag niet kan worden aangevochten via de Hoge Raad. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de rechtsbescherming van belastingplichtigen, aangezien het aantoont dat het strikt naleven van procesregels essentieel is voor het succesvol indienen van een cassatieberoep. De zaak onderstreept ook de rol van de Hoge Raad als hoogste rechtscollege in Nederland, dat toeziet op de correcte toepassing van het recht en de rechtsbescherming van burgers.