ECLI:NL:HR:2011:BP3274
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen afwijzing vordering tot verklaring voor recht inzake drugshandel en -gebruik door ter beschikking gestelde persoon
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiser, verblijvende te [plaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 20 oktober 2009 was gewezen. De zaak betrof een vordering tegen de Pompestichting, een TBS-instelling, waarin de eiser verzocht om een verklaring voor recht dat niet was gebleken van drugshandel en -gebruik door de persoon aan wie terbeschikkingstelling met dwangverpleging was opgelegd. De rechtbank Arnhem had eerder, op 19 maart 2008, in een vonnis deze vordering afgewezen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd.
De Hoge Raad heeft de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Pompestichting zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de partijen zijn aangeduid als eiser en Pompestichting.