ECLI:NL:HR:2011:BQ7398

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02327
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake WAO

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z, Oostenrijk, tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 maart 2010, nr. 08/3602 WAO. Het cassatieberoep was ingesteld naar aanleiding van een uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam (nr. 07/650) betreffende een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroep in cassatie niet was ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van de relevante bepalingen van de WAO, zoals genoemd in artikel 87f, lid 1, van de WAO. Hierdoor konden de aangevoerde klachten niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.

Uitspraak

nr. 10/02327
10 juni 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z, Oostenrijk (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 maart 2010, nr. 08/3602 WAO, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam (nr. 07/650) betreffende een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: hetUWV) ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: de WAO).
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2. Beoordeling van de klachten
Ingevolge artikel 87f, lid 1, van de WAO kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, 2 tot en met 11, en 13, eerste lid, en de daarop berustende bepalingen.
Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van voormelde bepalingen. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2011.