Uitspraak
gewezen op het beroep in cassatie van de Minister van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 mei 2010, nr. BK-09/00722, betreffende na te melden aan X te Z opgelegde aanslagen.
ECLI:NL:HR:2011:BR0364
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie van de Minister van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake belastingaanslagen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Minister van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 4 mei 2010, met nummer BK-09/00722. De zaak betreft belastingaanslagen die zijn opgelegd aan een persoon, aangeduid als X, woonachtig te Z. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad heeft besloten om de zaak niet verder te behandelen, zonder dat er een inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft plaatsgevonden. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de belastingaanslagen blijven van kracht. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de reikwijdte van de cassatiemogelijkheden in belastingzaken onderstreept.