ECLI:NL:HR:2011:BR0635
Hoge Raad
- Wraking
- G.J.M. Corstens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wraking niet mogelijk na uitspraak in de hoofdzaak
In deze zaak heeft verzoeker, X te Z (Oostenrijk), een verzoek tot wraking ingediend tegen de raadsheren van de Hoge Raad, nadat in de hoofdzaak uitspraak was gedaan. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 28 juni 2011, terwijl de uitspraak in de hoofdzaak op 10 juni 2011 was gedaan. De Hoge Raad heeft in zijn beslissing vastgesteld dat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking nadat er al een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Dit betekent dat verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is genomen door de president G.J.M. Corstens, samen met de raadsheren J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011. De Hoge Raad benadrukt hiermee de procedurele regels omtrent wraking en de timing daarvan, wat van belang is voor de rechtsgang en de waarborging van een eerlijk proces.