ECLI:NL:HR:2011:BR2818
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake strafzaak
Op 11 oktober 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/04623, waarbij het beroep in cassatie werd behandeld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zitting houdende te Arnhem, van 30 oktober 2009. De verdachte, geboren in 1961 en wonende te [woonplaats], heeft het cassatieberoep ingesteld. De verdediging werd gevoerd door mr. P.M. Rombouts, advocaat te Amsterdam, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 RO behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, wat betekent dat het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.
Dit arrest is uitgesproken door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak bevestigt de rol van de Hoge Raad als hoogste rechtscollege in Nederland, dat de uiteindelijke toetsing van rechtsvragen en de waarborging van de rechtsontwikkeling in het Nederlandse rechtssysteem verzorgt.