ECLI:NL:HR:2011:BR3031
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
Op 11 oktober 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 10/03516. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 december 2009 had geoordeeld in de strafzaak met nummer 21/002467-09. De verdachte, geboren in 1967, heeft zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J.A.P.F. Hoens, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. Deze schriftuur is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.