ECLI:NL:HR:2011:BR3031

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03516
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • H.A.G. Splinter-van Kan
  • M.A. Loth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

Op 11 oktober 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 10/03516. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 december 2009 had geoordeeld in de strafzaak met nummer 21/002467-09. De verdachte, geboren in 1967, heeft zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J.A.P.F. Hoens, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. Deze schriftuur is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

11 oktober 2011
Strafkamer
nr. 10/03516
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 24 december 2009, nummer 21/002467-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.A.P.F. Hoens, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 11 oktober 2011.