ECLI:NL:HR:2011:BR3043
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest inzake bewijsuitsluiting bij bloedmonster in verkeerszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was betrokken bij een verkeersongeval op 18 december 2009, waarbij zij onder invloed van alcohol een ander persoon heeft gedood. De verdachte had een alcoholgehalte van 1,91 milligram per milliliter bloed. De zaak kwam voor de Hoge Raad na een verwerping van het verweer door het Hof, dat oordeelde dat het bloedmonster niet zonder uitstel was verzonden naar het laboratorium, wat volgens de wet vereist is. De Hoge Raad stelde vast dat de waarborgen die de wetgever heeft gesteld voor het onderzoek naar alcohol in het bloed niet waren nageleefd. Het Hof had geoordeeld dat het verzuim van het niet tijdig verzenden van het bloedmonster geen rechtsgevolg met zich meebracht, wat de Hoge Raad als een onjuiste rechtsopvatting beschouwde. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van het naleven van wettelijke waarborgen bij het afnemen en onderzoeken van bloedmonsters in verkeerszaken.