ECLI:NL:HR:2011:BR3060
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aandelen in een N.V. en verdeling tussen procespartijen in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een cassatieberoep ingesteld door [eiser] tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak is een vervolg op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 27 maart 2009, waarin de vraag aan de orde was of aandelen in een N.V. nog tot een tussen de procespartijen te verdelen gemeenschap behoren. De Hoge Raad heeft op 7 oktober 2011 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij het beroep van [eiser] werd verworpen. De advocaat-generaal L.A.D. Keus had eerder geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De kosten van het geding in cassatie werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 RO, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.