ECLI:NL:HR:2011:BU3794
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van schuldsaneringsregelingen met onthouding van schone lei
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de tussentijdse beëindiging van schuldsaneringsregelingen met onthouding van de schone lei. De verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, dat op 7 juli 2011 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 9 mei 2011 en het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar door raadsheer J.C. van Oven op 2 december 2011, en is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion.