ECLI:NL:HR:2012:BV1522
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Toepasselijk recht en documentair krediet in de relatie tussen Rafidain Bank en Solvochem
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Iraakse bank Rafidain Bank en het Nederlandse bedrijf Solvochem Holland B.V. De zaak betreft een geschil over de toepassing van het recht en de uitvoering van een documentair krediet. Solvochem had chemische grondstoffen verkocht aan een Iraakse onderneming en Rafidain Bank had documentair krediet geopend ten behoeve van Solvochem. De kern van het geschil draait om de vraag of Rafidain Bank de verschuldigdheid van bedragen onder de Letters of Credit (L/C's) heeft erkend en of de documenten tijdig en volledig zijn gepresenteerd. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat de acceptatie van de wissels door Rafidain Bank betekende dat zij de verschuldigdheid van de bedragen onder de L/C's had erkend. Het hof had ook voldoende gemotiveerd dat de vordering van Solvochem werd beheerst door Iraaks recht, aangezien de openende bank de partij is die de kenmerkende prestatie moet verrichten. De Hoge Raad verwierp het beroep van Rafidain Bank en bevestigde de uitspraak van het hof, waarbij Rafidain Bank werd veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen.