ECLI:NL:HR:2012:BV2369

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05570
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling samenwerkingsovereenkomst na ontbinding; afrekening en schadevergoeding

In deze zaak gaat het om de afwikkeling van een samenwerkingsovereenkomst na ontbinding, waarbij de eisers, De Ascendant V.O.F., in cassatie zijn gegaan tegen de verwerende partijen, Ega Wen V.O.F. De zaak is ontstaan uit een geschil over de afrekening en schadevergoeding na de ontbinding van de samenwerking. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Rotterdam en arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof, dat hen in het ongelijk heeft gesteld. De advocaat van Ega Wen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Advocaat-Generaal heeft eveneens geadviseerd om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het beroep van De Ascendant verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 2.981,34. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen. Het arrest is gewezen op 23 maart 2012 en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

23 maart 2012
Eerste Kamer
10/05570
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiser 2],
voorheen handelende onder de naam De Ascendant V.O.F.,
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. M.S.M. Dietz de Loos-Schrijver,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
2. [Verweerster 2]
voorheen handelende onder de naam Ega Wen V.O.F.,
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. J.A. Meijer.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Ascendant en Ega Wen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 170160/HA ZA 02-206 van de rechtbank Rotterdam van 14 april 2004 en 26 oktober 2005;
b. de arresten in de zaak 105.004.454/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 15 mei 2008 (tussenarrest) en 21 september 2010 (eindarrest).
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft de Ascendant beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Ega Wen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Ega Wen toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt De Ascendant in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Ega Wen begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 23 maart 2012.