ECLI:NL:HR:2012:BV6696
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Cassatie over weigering alternatieve uitvoering bij Europese aanbesteding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over een Europese aanbesteding. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.E. Gelpke, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 28 september 2010 was gewezen. Het Waterschap Groot Salland, vertegenwoordigd door mr. J. van Duijvendijk-Brand, had voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Zwolle-Lelystad en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De kern van het geschil betreft de vraag of de weigering van het Waterschap om een alternatieve uitvoering van de opdracht te accepteren, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van eiseres in het principale beroep niet tot cassatie konden leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het principale beroep, werd door de Hoge Raad overgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen in het principale beroep falen, waardoor het voorwaardelijk incidentele beroep niet aan de orde kwam.
De Hoge Raad heeft de eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en is een belangrijke uitspraak in het kader van de Europese aanbestedingswetgeving en de toepassing van redelijkheid en billijkheid in aanbestedingsprocedures.